Biografie van Erminio Macario
Inhoudsopgave
Biografie - Onschuldige openhartige komedie
Erminio Macario werd op 27 mei 1902 geboren in Turijn; de economische omstandigheden van de familie dwongen hem van school te gaan om te werken. Hij begon als kind te acteren in het filodramagezelschap van de school; op zijn achttiende sloot hij zich aan bij een gezelschap dat optrad op dorpsmarkten. Zijn debuutjaar in het prozatheater was 1921.
In 1925 werd hij opgemerkt door de grote Isa Bluette, die hem vroeg om bij haar revuegezelschap te komen. Na verloop van tijd bouwde Erminio Macario zijn eigen persoonlijke komediestijl op en een clownesk masker met als opvallendste kenmerken een pluk haar op zijn voorhoofd, ronde ogen en een bungelend loopje; zijn personages werden ook gekenmerkt door eenvan het dialect van Turijn.
Zie ook: Giovanni Pascoli biografie: geschiedenis, leven, gedichten en werkenMacario, een komiek met een surrealistische openhartigheid, belichaamt het masker van de onschuldige komedie. Samen met Bluette beseft Macario dat het succes van een show vooral bestaat uit de aanwezigheid op het podium van bevallige, mooie en vooral langbenige vrouwen. De komiek is zich terdege bewust van de doeltreffendheid van het contrast tussen de openhartigheid en eenvoud van zijn eigen masker en deerotische implicatie van de mooie soubrette die hem flankeerde in de schijnwerpers, halfnaakt paraderend in een wolk van poeder, tot groot genoegen van het publiek.
Zie ook: Enrica Bonaccorti biografie, geschiedenis, privéleven en interessante feitenZo ontstonden de beroemde 'donnine' die later Wanda Osiris, Tina De Mola, Marisa Maresca, Lea Padovani, Elena Giusti, Isa Barzizza, Dorian Gray, Lauretta Masiero, Sandra Mondaini, Marisa Del Frate zouden gaan heten.
In 1930 richtte Macario zijn eigen avanspettacolo-gezelschap op waarmee hij tot 1935 door Italië toerde. De komiek is tenger, hij verdwijnt tussen zijn vrouwen; zijn dialectische spraak die struikelt over medeklinkers bepaalt zijn succes: hij wordt de 'Koning van de Revue' genoemd. In 1937 schreef hij Wanda Osiris met wie hij een van de eerste Italiaanse muzikale komedies opvoerde, 'Piroscafo giallo' vanRipp en Bel-Ami, die debuteert in het Teatro Valle in Rome.
In 1938 werd hij verliefd op de mooie 16-jarige Giulia Dardanelli, die al snel zijn tweede vrouw werd.
Tegelijkertijd werd een ongelukkige eerste filmervaring met 'Aria di paese' (1933) in 1939 gevolgd door het grote succes van 'Imputato, alzatevi' geregisseerd door Mario Mattoli en gescript door grote humoristen als Vittorio Metz en Marcello Marchesi.
Gedurende de jaren 1940 boekte Macario het ene succes na het andere in het theater. Memorabel blijven de revues 'Febbre azzurra' (1944-45), geschreven in samenwerking met de onafscheidelijke Mario Amendola, 'Follie d'Amleto' (1946), 'Oklabama' (1949) en vele andere. In 1951 veroverde de komiek ook Parijs met Vergani en Falconi's 'Votate per Venere', een grote en luxueuze vrouwenrevue. Hij keerde terug naar Rome,Macario probeert zijn activiteiten uit te breiden naar filmproductie en maakt de film 'I, Hamlet' (1952). Dit idee van hem mislukt echter en de film wordt een ramp. Ondanks de mislukte uitkomst geeft hij niet op en geniet hij een groot publiekssucces met zijn volgende tijdschriften. Er is er een die hem ruimschoots beloont met een kassucces van meer dan een miljoen lire per dag:is Garinei en Giovannini's 'Made in Italy' (1953), dat zijn terugkeer markeert als partner met de 'goddelijke' Wanda Osiris.
Vanaf het midden van de jaren 50 maakten tijdschriften plaats voor nieuwe muzikale komedies en vestigden nieuwe smaken en trends zich. De Piemontese komiek wijdde zich aan muzikale komedie naast grote prima donna's zoals Sandra Mondaini en Marisa Del Frate, met wie hij onvergetelijke shows produceerde zoals "L'uomo si conquista la domenica" (1955), "E tu, biondina" (1957) en "Chiamate Arturo 777" (1955).(1958).
In 1957 bood de bioscoop hem een grote test: regisseur en schrijver Mario Soldati wilde hem in de film 'Italia piccola', waarin Macario zich aanbood in de ongebruikelijke rol van dramatisch acteur, waarmee hij opnieuw zijn opmerkelijke veelzijdigheid demonstreerde. De regisseur gaf de komiek zo de kans om opnieuw te bewijzen dat achter zijn masker een complete acteur schuilgaat met een groot potentieel.Vanaf dat moment keerde hij vaak terug naar het witte doek, vooral samen met zijn vriend Totò, met wie hij zes kassuccessen maakte.
Macario accepteerde dat werkpakket om dicht bij Totò te zijn, die, omdat hij moeite had met zijn gezichtsvermogen, de wens uitte om de vertrouwde vriend aan zijn zijde te hebben met wie hij in alle rust grappen, grollen en sketches kon maken. Hij wijdde zijn laatste jaren aan de oprichting van zijn eigen theater in Via Maria Teresa, Turijn: in 1977 besloot hij het in te wijden door zich te meten met de grote Molière,Hij realiseerde een hilarische herinterpretatie van de komedie 'The Doctor by Force', maar bureaucratische rompslomp verhinderde de verwezenlijking van zijn droom. Op oudere leeftijd zette hij zijn theateractiviteiten voort: de laatste voorstelling van de voorstelling 'Oplà, laten we samen spelen' was in januari 1980. Tijdens de voorstelling werd Erminio Macario ziek, wat een tumor bleek te zijn. Hij overleed op 26eMaart 1980, in zijn Turijn.