Biografie van Giuseppe Povia
Inhoudsopgave
Biografie - Zelfs zangers ooh
Giuseppe Povia, beter bekend als Povia, werd op 19 november 1972 in Milaan geboren in een familie die oorspronkelijk van het eiland Elba komt.
Hij begon gitaar te spelen door een handleiding 'How to learn the guitar in 24 hours' te kopen in de kiosk en schreef songteksten op 14-jarige leeftijd. Zijn eerste liedjes componeerde hij op zeventienjarige leeftijd: hij studeerde muziek en betaalde zijn cursussen door eerst als ober te werken in Milaan, daarna in Rome en Bergamo.
In 1999 schreef hij zich in voor de Sanremo Academy, waar hij na het bereiken van de finale werd uitgeschakeld vanwege zijn ironische uitbundigheid. De ervaring bleek echter nuttig, want hier ontmoette hij producer Giancarlo Bigazzi, een van de bekendste songwriters van Italië, die besloot samen te werken met een andere producer en vriend, Angelo Carrara (de talentscout die FrancoBattiato, Alice en Luciano Ligabue), voor de realisatie en productie van zijn eerste single album getiteld 'È vero' (Target label). De twee singles 'Zanzare' en 'Intanto tu non mi cambi' werden vervolgens uitgebracht.
Povia's eerste albums vonden niet veel weerklank en werden ook helemaal niet opgemerkt door critici, maar in 2003 won de singer-songwriter de veertiende editie van de Recanati Prize met het nummer 'Mia sorella', waarin hij een van de thema's aansnijdt die steeds vaker de pagina's van de roddelbladen vullen: boulimia. Bij deze gelegenheid bracht hij een deel van een nummer dat hij net geschreven had: 'I bambini fanno ooh'.
In 2005 wilde Paolo Bonolis hem koste wat het kost op het Sanremo Festival hebben, maar Povia had het lied 'I bambini fanno ooh' (dat hij graag mee had willen nemen naar de wedstrijd) al in het openbaar uitgevoerd en dus nam hij deel als gast. Hoewel het lied niet deelnam aan de zangwedstrijd, werd het gekozen als soundtrack voor de solidariteitscampagne ten gunste van de kinderen van Darfur Avamposto 55, en gepresenteerd in het Ariston Theater inDe singer-songwriter doneert een jaar lang de opbrengst van zijn royalty's aan dit initiatief.
Het nummer werd een echte catchphrase, bleef 20 weken lang eerste in de Italiaanse hitparade (waarvan 19 opeenvolgend) en won zeven platina platen. Deltadischi en Target gaven Povia erkenning voor het overschrijden van de 180.000 verkochte exemplaren van de single 'I bambini fanno ooh'. Een andere speciale prijs komt van BMG Sony voor het record vandigitale downloads (350.000) en het meest gedownloade nummer op mobiele telefoons (500.000 downloads, gelijk aan meer dan 12 platina platen).
Het lied 'Kinderen maken ooh' werd vertaald naar het Spaans en werd het leitmotiv van een reclamespot uitgezonden door Telecinco in september 2005 ter ondersteuning van de bewustwordingscampagne voor 'Het recht van het kind om kind te zijn', tegen uitbuiting en misbruik van kinderen. Het lied werd ook in roulatie uitgebracht op de grote Duitse netwerken en als gevolg daarvan album ensingle worden ook gedistribueerd voor verkoop in Duitsland.
In maart 2005 bracht Povia zijn eerste album 'Evviva i pazzi... che hanno capito cos'è l'amore' uit waarmee hij de gouden plak won dankzij meer dan 60.000 verkochte exemplaren. Van het album werden ook de singles 'Fiori', 'Chi ha peccato' en 'Non è il momento' gehaald. In september van hetzelfde jaar werd het album gevolgd door een boek uitgegeven door Salani met illustraties gerelateerd aan de tekst van het nummer 'I bambinize ooh'.
Povia neemt vervolgens in 2006 deel aan het Sanremo Festival met het nummer 'Vorrei avere il becco': hij wint en brengt meteen daarna zijn tweede album 'I bambini fanno ooh... la storia continua' uit, met daarop de singles 'Ma tu sei scemo', 'Irrequieta' en 'T'insegnerò' (geschreven en opgedragen aan zijn dochter Emma, met een citaat van Luis Sepulveda in het couplet 'Vola solo chiosa').
Op 12 mei 2007 nam Povia, ondanks het feit dat hij niet getrouwd is maar samenwoont, deel aan de Familiedag op het Piazza di Porta San Giovanni in Rome en op 19 mei kreeg hij de 'Lira Battistiana 2007' uitgereikt in het Teatro Cavour van Imperia. In oktober 2007 bracht hij het album 'La storia continua... la tavola rotonda' uit, waarvan 'È meglio vivere una spiritualità' de eerste single was.
Zie ook: Biografie van Michael MadsenIn 2008 was het de beurt aan 'Uniti', het nummer dat Povia samen met Francesco Baccini mee wilde nemen naar het Sanremo Festival, maar dat werd afgewezen door het selectiecomité en dus uitgesloten. Woedend over de uitsluiting begon Povia zijn MySpace blog met een harde polemiek tegen het festival van Pippo Baudo, dat hij omschreef als 'overloper' en dat hij samen met zijn collega Baccini programmeerde,een muzikale tegendemonstratie, genaamd Independent Music Day, die plaatsvindt op het plein in Sanremo op 27 februari (de dag dat het festival stopt om plaats te maken voor het voetbalkampioenschap).
Zie ook: Biografie van Lana TurnerPovia sloot zich als 'getuigenis' aan bij de campagne 'Giù le mani dai bambini' tegen het terloops toedienen van psychotrope drugs aan minderjarigen. In 2009 keerde hij terug op het podium van Sanremo in het Ariston met het lied 'Luca era gay': nog voor het lied begon, lokte de tekst protest uit bij de Arcigay, omdat het ging over een man die zijn homoseksualiteit vaarwel zegt omheteroseksueel: Povia beweert zelfs doodsbedreigingen te hebben ontvangen. Hij werd tweede, achter Marco Carta en voor Sal Da Vinci.
Na Sanremo kwam zijn nieuwe album 'Centravanti di mestiere' uit.
Zelfs het jaar daarop veroorzaakte het liedje dat hij meenam naar het Sanremo Festival 2010 al discussie voordat het werd gepresenteerd: 'La verità (Eluana)' gaat over het delicate geval van euthanasie van Eluana Englaro, dat het jaar daarvoor de pagina's van de kranten had gevuld.