Biografie van Heinrich Heine
Inhoudsopgave
Biografie - Romantisch, niet sentimenteel
Heinrich Heine werd op 13 december 1797 in Düsseldorf geboren in een gerespecteerde familie van Joodse kooplieden en bankiers. Zijn vader was een lakenhandelaar met nauwe contacten met Engelse fabrieken, terwijl zijn moeder tot een illustere Nederlandse familie behoorde. Zijn eerste culturele beginselen kreeg hij van zijn moeder Betty, die hem in 1807 inschreef op de katholieke middelbare school in Düsseldorf van de paters Jezuïeten,School was een kwelling voor hem en bovendien werden vakken niet alleen in het Duits maar ook in het Frans gegeven, wat hem nog ongemakkelijker maakte, gezien zijn onbekendheid met talen en het leren ervan (maar de ups en downs van de Franse overheersing in zijn stad wekten bij hem vroege francofiele neigingen en een diepe afkeer van de Fransen op).voor Pruisen).
In 1816 kwam zijn eerste liefde: de blonde dochter van de president van het gerechtshof van Düsseldorf die hij aan het eind van het jaar op de literaire academie ontmoette.
Na de middelbare school bleef Heinrich lang onbeslist over zijn keuze voor een universitaire faculteit. Zijn vader stuurde hem toen naar Frankfurt om een opleiding te volgen bij de bankier Rindskopf, voordat hij met zijn broer Salomon naar Hamburg verhuisde (wat in '17 gebeurde).
Een van de redenen waarom de jonge Heinrich verhuisde en op het voorstel van zijn oom inging, was de zekerheid dat hij zo Amalie zou zien, zijn nichtje, die later zijn Laura zou worden, de goddelijke inspiratie voor zijn beste gedichten. Helaas wilde het lieve meisje daar echter niets van weten, net als zijn andere nichtje, Therese. Ook in 1817 publiceerde Heine zijn eerste gedichten voor deHet tijdschrift Hamburgs Watcher.
Oom Salomon opende een manufacturenwinkel en een bankagentschap voor hem om hem van een fatsoenlijk onderkomen te voorzien. Maar Heine had alleen Amalie in gedachten, en een faillissement liet niet lang op zich wachten. Het duurde dan ook niet lang voordat hij terugkeerde naar Düsseldorf. Op 11 december 1819 schreef hij zich in aan de rechtenfaculteit van de universiteit van Bonn. Daar kon hij hechte vriendschappen sluiten die een leven lang zouden duren en hij kreeg ookHij kreeg de kans om de literatuurcolleges van A. W. Schlegel bij te wonen. Het was op aanraden van deze grote meester dat hij zijn eerste kritische essay schreef, getiteld 'Die Romantik'.
Het jaar daarop verliet hij de universiteit van Bonn en schreef hij zich in aan de universiteit van Göttingen. Het jaar daarop verliet hij Göttingen en schreef hij zich in Berlijn in. Daar volgde hij de filosofische cursussen van Hegel en werd hij de 'lievelingsdichter' van de Germaanse intelligentsia. 1821 was voor Heine een jaar met twee gezichten: enerzijds stierf zijn geliefde Napoleon Bonaparte, die hij in het 'Buch Legrand' ophemelde, maar anderzijds slaagde hij er eindelijk in omOndertussen, op literair niveau, duwde het lezen van Shakespeare hem in de richting van het theater. Hij schreef twee tragedies en een verzameling van 66 korte Lieder kwam tegelijkertijd uit.
In 1824 vertrok hij vanuit Berlijn naar Göttingen, waar hij zijn examens aflegde en zijn proefschrift over rechten voorbereidde (hij studeerde in '25 af met uitstekende resultaten). Dit was ook het jaar van zijn bekering van het jodendom tot het protestantisme. Nadat hij van een oom vijftig gouden louis had gekregen, bracht hij een vakantie door in Norderney, een verblijf dat de aanleiding zou vormen voor zijn gedichtencyclus 'Nordsee', dieIn oktober 1827 behaalde hij zijn grootste literaire succes met de publicatie van het 'Buch der Lieder' (het beroemde 'Liedboek'). In 1828 was hij in Italië.
Zie ook: Biografie van Frank LucasZijn satirische geschriften en vooral zijn aanhang van het Sansimonisme baarden de 'grote Pruisische kazerne' zoveel zorgen dat Heine in 1831 koos voor vrijwillige ballingschap in Frankrijk. In Parijs werd hij met bewondering ontvangen en al snel werd hij een regelmatige bezoeker van de literaire salons van de hoofdstad, waar hij de gemeenschap van hierheen geëmigreerde Duitsers bezocht, zoals Humboldt , Lasalle en Wagner; maar ookFranse intellectuelen zoals Balzac, Hugo en George Sand.
In 1834 bezocht hij Normandië, ontmoette Mathilde Mirat in oktober en trouwde met haar in 1841. Ondertussen publiceerde hij een paar kritische essays en een paar dichtbundels. In de daaropvolgende jaren reisde hij veel, maar inspiratie bleef uit. Hij bezocht ook af en toe zijn zieke oom Salomon in Duitsland.
Op 22 februari 1848 brak de revolutie uit in Parijs en de dichter raakte persoonlijk betrokken bij de vele gevechten die op straat plaatsvonden. Helaas begonnen kort na deze gebeurtenissen de scherpe steken in zijn ruggengraat, die het begin markeerden van de beproeving die hem binnen acht jaar tot verlamming en de dood zou leiden. Het was eigenlijk spieratrofieDit weerhield hem er niet van om in 1951 'Romancero' te publiceren (waarin hij het ondraaglijke lijden van zijn ziekte beschreef) en om in 1954 de artikelen over politiek, kunst en het leven die hij in Parijs schreef te verzamelen in een bundel (later getiteld 'Lutetia').
De vermoeide dichter nadert het einde. In de zomer van 1855 krijgen zijn geest en lichaam waardevolle troost van de jonge Duitse Elise Krienitz (liefkozend Mouche genoemd) aan wie hij zijn laatste gedichten zal richten. Op 17 februari 1856 stopt zijn hart met kloppen.
Zie ook: Biografie van Nicola PietrangeliHeine was zonder twijfel een groot en intens dichter, maar de kritieken die zijn werk na zijn dood te beurt vielen zijn wisselend. Voor sommigen was hij de grootste Duitse dichter van de overgangsperiode tussen romantiek en realisme, voor anderen (zie de grote gematigd-bourgeois critici zoals Karl Kraus of Benedetto Croce) is het oordeel negatief. Nietzsche daarentegen erkent hem als een voorloper,Zijn 'Liedboek' bezit echter een buitengewone lichtheid en formele gladheid, en is een van de meest gelezen en vertaalde werken van de Duitse productie. Maar het meest originele kenmerk van Heine's verzen ligt in het ironische gebruik van romantisch materiaal, in de spanning ten opzichte van poëzie en tegelijkertijd in de tegenovergestelde beweging, gericht op het ontkennen van alle sentimentalisme, in debesef dat de nieuwe tijden in de eerste plaats een heldere en realistische rationaliteit vereisen.