Biografie van Wystan Hugh Auden
Inhoudsopgave
Biografie - Poëzie getuige van de eeuw
Wystan Hugh Auden werd geboren in York (Engeland) op 21 februari 1907. Zijn familie behoort tot de middenklasse Engels; de jongeman bracht zijn jeugd door in Harbonre, Birmingham. In de jaren die volgden raakte hij geïnteresseerd in literatuur, met name Scandinavische mythologie, maar ook in muziek en psychologie. Zijn schoolcarrière begon op Gresham's School in Holt, Norfolk, waarna hij in 1925 naar de Universiteit van Oxford ging. In Oxford richtte hij een literaire kring op die zijn naam droeg, de 'Auden Circle'.groep jonge auteurs waaronder Christopher Isherwood, Cecil Day Lewis, Louis MacNeice en Stephen Spender.
In zijn jeugd werd hij beïnvloed door Rilke - kort en negatief - daarna vooral door Brecht en later door Karl Kraus.
In 1928-1929 verbleef hij samen met Isherwood een jaar in Berlijn, dat toen onder de Weimarrepubliek viel.
Zijn literaire debuut in de jaren 1930 zag Auden als een geëngageerde, linkse, ironische en sarcastische ontmaskeraar van de burgerlijke cultuur.
Tussen 1936 en 1945 was hij getuige van een cruciale epocheale overgang: hij leefde tussen de Spaanse Burgeroorlog en de Tweede Wereldoorlog, waarbij hij alle veranderingen in de historische en literaire situaties van die periode met zich meedroeg. Deze ervaringen maken van Auden een meester die tussen de twee helften van de eeuw balanceerde, en mede daarom is zijn literaire productie vandaag de dag het onderwerp van nieuwe ontdekkingen enhernieuwde interpretaties.
In 1936 trouwde hij met Erika Mann, de dochter van Thomas Mann, met als doel een Brits paspoort voor haar te krijgen, zodat ze de grenzen van Nazi-Duitsland kon verlaten; het paar heeft nooit samengewoond. Het jaar daarop nam Auden deel aan de Spaanse Burgeroorlog als medisch hulpchauffeur.
In 1939 verhuisde hij met Christopher Isherwood naar de Verenigde Staten: hun gebaar werd geïnterpreteerd als een moreel overlopen van het door Hitler bedreigde Engeland (en Europa) en lokte controversiële reacties uit.
In 1946 verkreeg hij het Amerikaanse staatsburgerschap; zijn bekendheid als schrijver verspreidde zich ondertussen en hij werd steeds meer bewonderd in New Yorkse kringen. Hij oefende ook aanzienlijke invloed uit op jongere dichters, waaronder John Ashbery.
Tijdens zijn jaren in Engeland leerde Auden Edward M. Forster kennen, met wie hij goed bevriend raakte, en T.S. Eliot, die een van zijn werken voor het eerst publiceerde in zijn tijdschrift 'Criterion'. Tijdens zijn jaren in de VS leerde hij verschillende Duitse intellectuelen en schrijvers kennen, zoals Klaus Mann, Erich Heller en Hannah Arendt.
Voor Audens cultuur waren filosofie en maatschappijkritiek (aanvankelijk Marx en Freud, daarna Kierkegaard en Simone Weil), maar ook theater (Shakespeare, Ibsen) en muziektheater (Mozart, Verdi) van fundamenteel belang.
Met zijn partner Chester Kallman schreef hij verschillende operalibretto's, waaronder een voor Igor Stravinsky's 'The Career of a Libertine', die in 1951 werd opgevoerd in het theater La Fenice in Venetië.
Tot zijn belangrijkste en bekendste dichtbundels behoren 'Un altro tempo' (1940), 'L'età dell'ansia' (1947) en de korte, postuum gepubliceerde bundel 'Grazie, nebbia' (1974). Zijn activiteit als essayist is zeer belangrijk, vooral gedocumenteerd in de bundel 'La mano del tintore' (1962).
Zie ook: Biografie van Ida Di BenedettoIn de jaren 1950 verbleef hij zes maanden in New York en zes maanden in Italië, op Ischia. Zijn Italiaanse bestemming verving hij later door Kirchstetten, een klein Oostenrijks dorpje in de buurt van Wenen. In 1967 ontving hij in de Verenigde Staten de 'National Medal for Literature'.
Wystan Hugh Auden stierf in Wenen op 29 september 1973.
Een van zijn beroemdste gedichten is 'Funeral blues', geciteerd in de films 'Dead Poets' (1989) van Peter Weir en 'Four Weddings and a Funeral' (1994) van Mike Newell.
Zie ook: Biografie van Richard Wagner