Biografie van Carl Friedrich Gauss
Inhoudsopgave
Biografie - Gek worden is goed voor je
Carl Friedrich Gauss, een universeel wiskundig genie, werd op 30 april 1777 geboren in Brunswijk, Duitsland, in een familie met zeer bescheiden omstandigheden. Natuurlijk kwamen zijn talenten al op jonge leeftijd aan het licht, een tijd waarin hij familieleden en vrienden versteld deed staan met een reeks bewijzen van vroegrijpe intelligentie. In de praktijk was hij een soort Mozart van de wiskunde. Maar hij blonk niet alleen uit in dat zware werk.discipline. Hij is pas drie jaar oud, spreekt, leest en kan zelfs al iets schrijven.
Gezien de fantastische talenten van de leerling heeft hij een beetje last van eenzaamheid op school: hij loopt te ver vooruit voor de syllabus waar zijn klasgenoten mee bezig zijn en verveelt zich daarom. Hij leert wiskundige regels en formules op eigen houtje en komt niet alleen altijd met de les klaar, maar corrigeert soms zelfs zijn leraar. Op tienjarige leeftijd wordt hij daarom toegelaten tot de rekenlessen van de gemeente inonderwerp: de inmiddels vergeten Buttner. De professor heeft de reputatie zeer nors en onvriendelijk te zijn, is tot op het bot bevooroordeeld en heeft een hekel aan leerlingen uit arme gezinnen, omdat hij denkt dat zij constitutioneel niet in staat zijn complexe culturele programma's van een zekere diepgang te behandelen. De goede Buttner zal snel gedwongen worden zijn mening te herzien.
Eén episode in het bijzonder wordt herinnerd in de verhalen over wiskunde: op een bepaalde dag, toen de leraar in een slechtere bui was dan op andere dagen en de leerlingen onoplettender waren dan gewoonlijk, dwong hij hen, bij wijze van straf, de som van de 100 eerste getallen te berekenen: 1+2+3+...+100.nadenkend over hoe een truc van hem zijn leerlingen met open mond zou hebben achtergelaten, wordt hij onderbroken door Gauss die razendsnel zegt: 'De uitkomst is 5050'. Het blijft een raadsel hoe Gauss de som zo snel voor elkaar heeft gekregen. In ieder geval moet Buttner toegeven aan het enorme talent van de jonge leerling en met een vaart die hem toch weer goedmaakttegen zijn vooroordelen in, beval hij hem aan bij de hertog van Brunswijk en smeekte hem te zorgen voor voldoende financiële middelen voor het ontluikende genie om zijn middelbare en universitaire studies af te maken.
De inspanning van de hertog werd een paar jaar later glansrijk gecompenseerd. Na zijn afstuderen (behaald in 1799) presenteerde Gauss een beroemd proefschrift, namelijk de demonstratie (misschien wel de eerste) dat elke algebraïsche vergelijking minstens één wortel heeft, een resultaat dat bekend staat als de 'fundamentele stelling van de algebra'.
Zie ook: Biografie van Eric RobertsIn 1801, op 24-jarige leeftijd, presenteerde hij zijn werk 'Disquisitiones Arithmeticae', dat meteen uitgroeide tot een van de belangrijkste bijdragen aan de getaltheorie en een veroclassicisme op het gebied van wiskunde.
In dit werk introduceert Gauss opnieuw enkele basisbegrippen: complexe (of 'imaginaire') getallen en congruentietheorie. De tekst bevat ook een demonstratie van de wet van kwadratische reciprociteit; een resultaat dat Gauss zo belangrijk vond dat hij er tijdens zijn leven verschillende demonstraties van gaf.
Later wijdde de briljante geleerde zich met passie en interesse aan de astronomie. Ook hier leverde hij belangrijke bijdragen. Door een nieuwe methode te bedenken om de banen van hemellichamen te definiëren, slaagde hij erin de positie van de in 1801 ontdekte planetoïde Ceres te berekenen, een resultaat dat hem een positie opleverde bij de sterrenwacht van Goettingen, waarvan hij een positie intijd wordt hij directeur.
Rond 1820 raakte hij echter geïnteresseerd in natuurkunde en in het bijzonder in de verschijnselen die elektromagnetisme bepalen. Hij vond wat later de 'wet van Gauss' zou worden genoemd, d.w.z. de formule die het laatste woord heeft over wat je moet weten over de interactie tussen twee statische elektrische ladingen. De wet ontdekt, kort gezegd, dat ze een kracht uitoefenen die afhangt van de ladingen en de afstand waarop zegevonden.
Er zijn nog veel meer fundamentele bijdragen van Gauss te noemen: aan de waarschijnlijkheidstheorie (met de zogenaamde 'Gaussische curve'), aan de meetkunde (geodeten, 'egregiumtheorema'), aan andere studies.
Gauss was er diep van overtuigd dat het beter was om zich te concentreren op kwaliteit dan op kwantiteit en onthield zich er tijdens zijn leven van om sommige van zijn inzichten te verspreiden, omdat hij ze fundamenteel onvolledig vond. Enkele voorbeelden uit zijn notitieboeken gaan over complexe variabelen, niet-Euclidische meetkunde, wiskundige grondslagen van de natuurkunde en meer..... Al deze onderwerpen zijn door wiskundigen door de eeuwen heen behandeld.later.
Tot slot is het merkwaardig om op te merken dat de wiskundige ook het idee had om zijn vindingrijkheid toe te passen op de economie, dit keer niet alleen voor nobele wetenschappelijke doeleinden maar ook voor gerechtvaardigde... persoonlijke doeleinden. In feite wijdde hij zich ook aan een zorgvuldige studie van de financiële markten tot het punt waarop hij een aanzienlijk persoonlijk fortuin verdiende.
Hij stierf in Göttingen op 23 februari 1855, niet voordat hij plichtsgetrouw en gewetensvol een ander wiskundig genie, Georg Bernhard Riemann, had grootgebracht.
Zie ook: Orazio Schillaci: biografie, leven en carrière